• woensdag april 19 2023
  • Blog

Is het ‘natuurlijk houden’ van paarden in Nederland een haalbare zaak?

Als paardeneigenaar of hippisch ondernemer overweeg je wellicht om over te stappen naar een Paddock Paradise systeem. Je hebt je ingelezen, rondgevraagd en je bent misschien op bezoek geweest bij stallen waar het concept al draait. Je bent enthousiast, maar je weet nog niet precies hoe en als ondernemer twijfel je of deze overstap wel de juiste is.

Je staat achter het concept waarbij paarden meer bewegingsvrijheid krijgen, meer natuurlijk gedrag kunnen vertonen willen we allemaal dat onze dieren het goed hebben en dus vragen we ons ook regelmatig af hoe we onze paarden beter kunnen verzorgen en hoe we ziekte en kreupelheden kunnen voorkomen. Oftewel, hoe houden we onze paarden gezond en gelukkig!

Om antwoord te vinden op deze simpele vraag is het belangrijk om eerst vast te stellen onder welke omstandigheden een paard het beste functioneert. Maar waar kijk je dan naar en wat is het beste voor jouw paard?

Nu zal iedereen hier natuurlijk zijn of haar eigen mening hierover hebben, maar ik denk dat wanneer we het paard echt serieus willen nemen dat we er goed aan doen om te kijken naar de natuur van deze diersoort. In mijn vorige blog PADDOCK PARADISE NEDERLAND heb ik geprobeerd dit zo goed mogelijk duidelijk te maken.

Het natuurpaard

De beschikbare informatie over paarden in hun natuurlijke leefomgeving suggereert overduidelijk dat deze dieren bijzonder goed functioneren onder specifieke omstandigheden.

Ik ben van mening dat de enige juiste manier om dit te doen is door naar paarden te kijken die nog op een natuurlijke manier leven. Hoe deze dieren zich onderling gedragen, wat ze zoal doen gedurende de dag en waarom ze kreupel of ziek worden.

Op die manier kunnen we een zinvolle vertaalslag maken naar het gehouden paard. Want, gedomesticeerd of niet, een paard is een paard.

Zoals misschien wel weten leven er wereldwijd ongeveer 70 miljoen paarden.

Circa 1.5 tot 2 miljoen van deze dieren leeft in het wild en minder dan 10% van de wilde paarden leeft in een voor de diersoort natuurlijke leefomgeving. Slechts een klein deel van dit percentage staat tegenwoordig niet of nauwelijks onder invloed van de mens.

Met zoveel dieren in ‘gevangenschap’ en slechts een klein deel in een voorbeeldige omgeving is het voor een paardeneigenaar dus best lastig om een gevoel te krijgen bij het paard in een natuurlijke omgeving. Laat te bepalen wat paardenwelzijn nu werkelijk inhoud!

Op die manier kunnen we een zinvolle vertaalslag maken naar het gehouden paard. Want, gedomesticeerd of niet, een paard is een paard.

Maar voor we zo’n vertaalslag kunnen maken moeten we wel overeenstemming kunnen bereiken over wat wel en wat niet natuurlijk is voor deze dieren. Vreemd genoeg is hier namelijk, ondanks alle informatie die we tot onze beschikking hebben, nog best veel onduidelijkheid over.

Onze verbintenis met het paard is over een periode van goed 6.000 jaar zo sterk geworden dat we hun oorsprong een beetje uit het oog zijn verloren. Geleidelijk is onze maatschappij veranderd en het paard had geen andere keus dan hier in mee te gaan. Onze intercontinentale reisdriften hebben er ook toe geleid dat paarden tegenwoordig op nagenoeg alle continenten voorkomen. Zowel in gehouden situaties, als in het wild. En daar begint ook een deel van het probleem, het paard kan namelijk op de gekste plekken overleven en dus wordt ‘wild’ een ruim begrip.

Ergens weten te overleven betekent niet per definitie dat je er thuishoort en het is ook geen garantie voor gezondheid. De principes van het Paddock Paradise® systeem zijn daarom gebaseerd op de leefwijze van dieren die leven in hun natuurlijke leefomgeving.

Hoe doen we dit in Nederland?

Het simuleren van een natuurlijke leefwijze is niet zo ingewikkeld, maar het vraagt wel om de nodig aanpassingen.

Het nabootsen van een natuurlijke leefwijze is niet zo moeilijk, maar het vraagt wel om de nodige aanpassing van de mens en haar omgeving.

Ook hier is het daarom goed om eerst een rekensom te maken:
Volgens de statistieken beschikken we in Nederland over zo’n 1.8 miljoen hectare landbouwgrond. Hiervan bestaat 1 miljoen hectare uit grasland. De Nederlandse veehouderij biedt ruimte aan circa 3.8 miljoen runderen.

Bron afbeelding: CBS

Wanneer we nu voor het gemak enkel de melkveehouderij rekenen (ca. 1.7 miljoen koeien) en deze jaarrond willen voorzien van de voorgeschreven 2 hectare per koe, dan mag het duidelijk zijn dat runderen al snel het nakijken hebben als het gaat om bewegingsvrijheid. Ongetwijfeld zijn er bedrijven die aan de voorgeschreven 2 hectare komen, maar daar zullen de dieren niet alle dagen van het jaar gebruik van kunnen maken.

Bij weidegang voor koeien moeten we dan ook niet denken aan het continue beweiden van alle percelen. Dit zou namelijk ten koste gaan van de opbrengst van kuil en hooi en dus uiteindelijk van de melkproductie. Verder beperkt weidegang de mogelijkheid om mest uit te rijden.  De runderen in ons land produceren al snel 60 miljoen ton mest, dus daar hebben we – voor zolang het duurt – wel wat ruimte voor nodig.

In dit rapport https://edepot.wur.nl/274863 van de WUR komt de complexiteit van het beweiden en het belang voor de industrie om bewegingsvrijheid te spreiden goed naar voren.

De gevolgen

Los van de discussie over dit beleid en de gevolgen voor het rundvee, mag het duidelijk zijn dat deze cijfers ook verstrekkende gevolgen hebben voor de paarden in ons land. Met een geschat aantal van 450.000 dieren in combinatie met de hoeveelheid beschikbare grond is het eenvoudig niet haalbaar om alle paarden 24/7 buiten en op de wei te plaatsen. En al zou dit wel lukken, dan zou het overgrote deel van de dieren gedurende het voorjaar en de zomermaanden kampen met gezondheidsproblemen. Gezondheidsproblemen die voortkomen uit het consumeren van grote hoeveelheden gras of kuil.

De oplossing voor de paarden lijkt dan ook voor de hand liggend. Om meer beweging, meer natuurlijk gedrag en  daarmee een groter welzijn te stimuleren bij paarden zou de sector zo snel mogelijk moeten omschakelen naar het Paddock Paradise® principe. Afhankelijk van het aantal te houden paarden en de hoeveelheid beschikbare grond zal er gemiddeld ongeveer een kwart van een perceel worden opgeofferd aan een Paddock Paradise. Deze overgebleven grond kan permanent gebruikt worden voor de ontwikkeling van hooilanden, nieuwe natuur, waterwingebieden of een andere passende invulling voor de betreffende bestemming.

De belangrijkste voordelen van het Paddock Paradise® systeem op een rijtje:

  • doorlopende bewegingsvrijheid
  • permanente mogelijkheid tot socialisatie (kuddeverband)
  • droge en beloopbare ondergronden gedurende het hele seizoen
  • uiteenlopende beschuttingsmogelijkheden
  • terugdringen en doen verdwijnen van kreupelheden en ziekte
  • meer ruimte voor natuurontwikkeling en stikstofbinders
  • verbetering watermanagement
  • biologisch management van gras- en bloemenweides
  • minder ongelukken voor ruiters (paarden zijn minder gestrest)
  • terugdringen van ammoniak uitstoot
  • ruimte voor ontwikkeling en innovatie

Natuurinclusiviteit en Welzijn vormen de twee belangrijkste kenmerken van het Paddock Paradise® huisvestingssysteem.

Zijn er dan helemaal geen nadelen?

Jawel, die zijn er. In een Paddock Paradise® zijn paarden namelijk afhankelijk van een goede kwaliteit ruwvoer. En dit ruwvoer moet niet alleen ergens geoogst worden, het moet ook zorgvuldig worden opgeslagen. Daar staat tegenover dat dit huisvestingssysteem permanent meer ‘groene ruimte’ oplevert en dat de schuren voorheen bestemd voor stallen als opslag kunnen dienen.

Veel gemeenten zijn minder goed bekend met dit huisvestingssysteem (getuige dit recente artikel van LTO Nederland: De toekomstbestendige paardenhouderij – LTO ) en het is dan ook belangrijk een vergunningsaanvraag goed in te leiden en jezelf goed voor te bereiden. Het Paddock Paradise principe komt niet terug in regelgeving en ambtenaren worstelen soms met de vraag of het passend is binnen het landschap. Een goede reden dus om bij een ontwerp sterk in te zetten op passende natuurelementen om overheden zo ruimte te geven voor stimulansde aanleg van natuur willen stimuleren. Deze stimulans maakt het eenvoudiger om cultuurlandschappelijke waarden mee te nemen in het ontwerp en de ‘nieuw natuur’ in het voordeel te laten werken van de paarden. Beplanting brengt namelijk niet alleen nieuw leven, het kan ook beschutting bieden voor de dieren.

Wist u dat veel gemeenten en provincies tot wel 90% van een beplantingssplan vergoeden?

Ook de werkzaamheden veranderen. Afhankelijk van het bodemtype waarop de paarden komen te staan (zand, halfverharding) zal het overgrote deel van het padenstelsel handmatig moeten worden uitgemest. Men moet hoe dan ook naar buiten om paden en rustplekken vrij van mest te houden en ook zullen de voerstations dagelijks aangevuld moeten worden.

Voor ieder probleem is een oplossing en er zijn legio mogelijkheden om ook pensionklanten te betrekken in de zorg voor hun paard. Bijvoorbeeld door meerdere verdien-modellen te hanteren. Zij die meer betalen doen minder, zij die minder betalen doen wat meer. Verenigingen stellen zelfs heuse werkroosters op waarin de vaak betaalde werkzaamheden voor leden omschreven staan.

Omschakelen van

Het vraagt om de nodige kennis en motivatie voor een traditionele paardenhouderij om de omschakeling te maken naar deze, meer natuurlijke vorm van paarden houden. Vaak moet een zienswijze op de schop en in de meeste gevallen zullen er de nodige investeringen gemaakt moeten worden. Maar wanneer we dit zakelijk en op de langere termijn bekijken is het voor een beginnend ondernemer niet veel anders dan het investeren in bijvoorbeeld een stallencomplex en voor de gevestigde hippische ondernemers is het vergelijkbaar met een investering of renovatie van het bestaande bedrijf.

Ja, men gaat wellicht wat bestaande klanten verliezen. Er zullen altijd mensen zijn die vasthouden aan wat ze kennen of geleerd hebben over het houden en verzorgen van paarden, ook wanneer het geleerde aan vernieuwing toe is. Een stal en een weiland blijft voor veel mensen vooralsnog een ideaal.

Concluderend

Gezien de beperkte ruimte is weidegang in de praktijk dus niet voor ieder paard haalbaar en vanuit het oogpunt welzijn zijn stallen anno 2020 weinig vooruitstrevend te noemen. Daar komt bij dat er evenzoveel, of nog meer mensen zijn bij wie het perspectief op welzijn al wel is veranderd.

De angst om klandizie kwijt te raken is dan ook niet gegrond. De ervaring leert dat alle goede bewegings- of ‘loopstallen’, om ze zo maar even te noemen, lange wachtlijsten hebben. En die wachtlijsten zijn er niet voor niets. Veel paardeneigenaren zien in dat beweging, goede voeding en de mogelijkheid tot socialisatie van cruciaal belang zijn voor de gezondheid van niet alleen hun paarden, maar ook van andere dieren binnen de veehouderij.

In deze tijden van overbevolking, de ontkiemende infectiegevaren uit een onder druk staande bio industrie en de grote fysieke en mentale druk die hiermee op ons en onze dieren wordt uitgeoefend lijkt het niet meer dan logisch dat we veranderen.

Verandert u mee?

Wens jij jouw paard ook een natuurlijk, goed bestaan?

Ieder traject wordt persoonlijk begeleid. Consequent en betrokken delen we onze adviezen en we zorgen dat alles wordt geregeld: van grondwerk tot afrastering, van vergunningstraject tot inrichtingsplan. Met direct resultaat. Een attent paard in beweging. Gezond en gelukkig, in harmonie met haar natuur. 

Wil je meer informatie over de mogelijkheden voor het realiseren van jouw Paddock Paradise? Download ons E-book of neem geheel vrijblijvend, contact met ons op.